Klachten

Bij het afronden van de studie tandheelkunde is het in Nederland gebruikelijk om de eed van Hippocrates (hieronder te lezen) af te leggen. Dat vormt niet alleen een formaliteit, maar benadrukt ook nogmaals de ethische kant van zorgverlening. Als tandarts zal ik ten alle tijde mijn best doen om te handelen volgens de eed en andere ethiek die tijdens de studie geleerd is.

Mocht u desondanks klachten hebben, dan neem ik deze altijd serieus en hoop ik dat u zich als patiënt vertrouwt genoeg voelt om met mij persoonlijk in gesprek te gaan. Dan kunnen we samen kijken of wij tot een oplossing kunnen komen.

Indien het vertrouwen op zodanige wijze is geschaad, dan hoop ik dat u met ander personeel in de praktijk een gesprek aan wilt gaan.

 

Met klachten kunt u ook steun zoeken buiten de praktijk. Zo bestaat er het TIP (Tandarts Informatie Punt) wat u kunt bereiken op 0900 20 25 012, € 0,90 per gesprek. De TIP-medewerker kan met u meedenken hoe u het beste in gesprek kan gaan met uw tandarts en geeft u hiervoor tips en handvatten.

Als laatste mogelijkheid kunt u ook hulp zoeken bij de beroepsvereniging KNMT. Zij hebben een klachtencommissie waar u met zeer ernstige klachten terecht kunt.
De KNMT-Klachtenregeling biedt het volgende:

  • Bemiddeling door de Regionale Bemiddelingsraad (RBR) met als doel tot een oplossing te komen;
  • Behandeling door de Centrale Klachtencommissie (CKC), waarbij het besluit valt dat u wel of geen gelijk krijgt. Wanneer u geen gelijk krijgt, verklaart de CKC uw klacht ongegrond.

 

Eed van Hippocrates
Ik zweer bij Apollon de genezer, bij Asclepius, Hygieia en Panacea en neem alle goden en godinnen tot getuige, om naar mijn beste oordeel en vermogen de volgende eed te houden:

Ik zal naar mijn beste oordeel en vermogen en om bestwil mijner zieken hen een leefregel voorschrijven en nooit iemand kwaad doen.

Nooit zal ik, om iemand te gerieven, een dodelijk middel voorschrijven of een raad geven, die, als hij wordt gevolgd, de dood tot gevolg heeft. Nooit zal ik een vrouw een instrument voorschrijven om een miskraam op te wekken. Maar ik zal de zuiverheid van mijn leven en mijn kunst bewaren. Het snijden van de steen zal ik nalaten, ook als de ziekte duidelijk is; ik zal dit overlaten aan hen die hierin bekwaam zijn. In ieder huis waar ik binnentreed, zal ik slechts komen in het belang van mijn patiënten.

Mijn leermeester zal ik eren en liefhebben als mijn ouders; ik zal in gemeenschap met hem leven en zo nodig mijn bezit met hem delen, de kunst leren zonder vergoeding en zonder dat daartoe een schriftelijke belofte nodig is; aan mijn zonen, aan de zonen van mijn leermeester en aan de leerlingen die verklaard hebben zich aan de regelen van het beroep te zullen houden, aan hen allen zal ik de grondslagen van de kunst leren.

Al hetgeen mij ter kennis komt in de uitoefening van mijn beroep of in het dagelijks verkeer met mensen en dat niet behoort te worden rondverteld, zal ik geheim houden en niemand openbaren. Moge ik, als ik deze eed getrouwelijk houd, vreugde vinden in mijn leven en in de uitoefening van mijn kunst, maar moge het tegenovergestelde het geval zijn indien ik hem schend.

Ik zal mij verre houden van iedere welbewuste slechte daad en van elke verleiding, in het bijzonder van de geneugten der liefde met mannen of vrouwen, of zij vrij zijn of slaaf.